Een paar jaar geleden deed ik voor een klant een onderzoek naar maatschappelijke IT-trends die mogelijk consequenties zouden kunnen hebben voor het IT-beleid van de Nederlandse overheid. Eén van de meest opmerkelijke trends was er één die achteraf ook uit het oogpunt van samenwerking erg interessant is. Het gaat om het verschijnsel van zogenaamde “cell phone novels”, oftewel GSM-romans.
In de Japanse top-10 van meest verkochte romans in 2007 staan 5 boeken die oorspronkelijk op een mobiele telefoon zijn geschreven. Ja, dat staat er correct. Het gaat niet om boeken die op een mobieltje worden gelezen, maar daadwerkelijk geschreven. Het verhaal hierachter is dat Japanners door de overbevolkte binnensteden vaak op grote afstand van hun werk wonen, dagelijks lange tijd in het openbaar vervoer doorbrengen. Dat is zo druk dat je er geen boek, laat staan een krant of tijdschrift kunt lezen. Je kunt alleen een Gsm bedienen, maar bellen is verboden. In die situatie zijn Japanners op hun mobiel fictie gaan schrijven. Er is trouwens nog meer in detail te vertellen over de omstandigheden waardoor dit mogelijk was, maar dat voert te ver voor deze blog. Zie bijvoorbeeld: http://www.techcrunch.com/2007/12/02/in-japan-half-the-top-selling-books-are-written-on-mobile-phones/. De top-seller ging meer dan 420.000 keer over de toonbank, de andere 4 Gsm-romans haalden gemiddeld 400.000 exemplaren.
Nu over het samenwerkingsaspect. Er lijkt sprake te zijn van een symbiose van een drie à vier partijen die elkaar vinden in een systeem van complementaire of gelijke belangen. Het begint bij de auteur, die autonoom begint een verhaal te schrijven, en dan besluit om het in feuilletonvorm op een website te publiceren. Belang, behoefte van de auteur? Wellicht zucht naar roem of erkenning, exhibitionisme? In elk geval een behoefte om uit de anonimiteit te stappen (ook al hanteren auteurs meestal pseudoniemen). Het website-feuilleton trekt dan kennelijk snel een trouwe schare lezers, die, en dat is bijzonder, reageren op de website met commentaar, vragen en suggesties, die door de auteur worden opgepikt en het verloop van het verhaal beïnvloeden. De auteur wordt zo creatief geholpen door z’n publiek, en de lezers worden mede-auteurs. Na afsluiting van het feuilleton zijn sommige van de best gelezen romans door commerciële uitgeverijen als papieren boek uitgegeven. In de boekhandel is er dan het eerder beschreven commercieel succes. Belangen van uitgever en boekhandel zijn omzet en winst, en risico-minimalisatie; zij zien graag hoge volumes verkochte boeken en een laag risico van verloren investeringen. Al die belangen worden uitstekend gediend. De romans zijn al geschreven en auteurs hebben geen voorschotten nodig. Ook is er een gegarandeerd publiek en dito omzet. Lezers hebben immers meegeleefd met het feuilleton en hebben ook zelf inhoud aan een boek gegeven Die willen dan graag een papieren exemplaar in de kast hebben staan. Ten slotte streelt publicatie in papiervorm natuurlijk het ego van de auteur, en misschien ook van de lezer/mede-auteurs. Everybody happy! Hebben we zo iets ook in Nederland? Of in Europa?