Wanneer je met afnemers van IT-diensten praat over hun relatie met leveranciers wordt daarbij meestal gemopperd over allerlei aspecten van de dienstverlening. Leveranciers wordt bijvoorbeeld verweten dat ze niet responsief zijn, slordig met facturatie, niet meebewegen met de veranderende business van de klant, en dat ook de betrouwbaarheid van gecontracteerde diensten te wensen overlaat. Net zo is er veel ergernis en pijn bij diezelfde leveranciers over hun klanten, ook al laten die zich daar niet zo makkelijk over uit. Maar het resultaat is in elk geval dat er vaak sprake is van moeizame samenwerking tussen klant en leverancier, en dat soms de relatie zo ernstig escaleert dat een gang naar de rechter onafwendbaar lijkt. En dat ondanks dat beide partijen dat eigenlijk niet willen. Immers, meestal betekent een gang naar de rechter: hoge proceskosten, imagoschade, en een zo ernstig beschadigde relatie dat verdere samenwerking niet mogelijk is. Dan worden partijen geconfronteerd met kosten voor beëindiging van de dienstverlening, en vervanging ervan door een alternatief. Omdat in IT ook nog eens de belangen puur financieel gezien meestal groot zijn, zou je verwachten dat een de-escalerende oplossing van het conflict waarmee partijen door kunnen met elkaar, aantrekkelijk zou zijn. Zo’n oplossing is zakelijke mediation; een vorm van oplossing van zakelijke geschillen waarbij partijen zélf onder begeleiding van een onafhankelijke derde partij hun conflict oplossen. Mediation is er nadrukkelijk op gericht de schade van het conflict te minimaliseren en partijen een kans te geven hun zakelijk relatie voort te zetten, indien ze dat willen.
Dat klinkt goed, en toch wordt in de IT-wereld mediation nog maar weinig toegepast. Formele statistieken specifiek over de toepassing van mediation in IT zijn niet beschikbaar, maar uit gesprekken met afnemers en leveranciers, met mediators en advocaten komt het beeld naar voren dat althans in Nederland IT-mediation zo niet onbekend dan toch zeker nog onbemind is. Dit beeld wordt bevestigd door zaken aangebracht bij bemiddelende beroepsorganisaties. Dit zijn merendeels zaken met een klein belang, en bijvoorbeeld niet de grotere outsourcingcontracten die op de klippen lopen. Waar zou het aan liggen dat er zo weinig wordt gemedieerd in de IT?
Uit privé-gesprekken met advocaten komt het beeld dat zij huiverig zijn om over te gaan tot mediation. Het wordt gezien als een procedure waarvan de uitkomsten onzeker zijn, en wanneer de belangen groot zijn, en de kansen goed, dan ga je liever procederen.
Maar is dit het hele verhaal? Varen alle partijen blind op hun advocaten of andere juridische adviseurs? Of is er toch meer aan de hand? Hoe denken leidinggevenden aan leveranciers- en afnemerskant hierover? Ik hoor graag hun mening.
JvB
Corio en MultiDevelopment in echte partnership?
Corio en MultiDevelopment zijn een internationale vastgoedbelegger respectievelijk vastgoedontwikkelaar die elkaar onlangs in de armen hebben gesloten, zo blijkt uit een artikel in het Financieel Dagblad van 2 april 2010. Corio is actief in de Westeuropese markt voor detailhandelvastgoed, lees: winkelcentra. MultiDevelopment bouwt en beheert winkelcentra in Europa. Motivatie voor een aangekondigde strategische samenwerking is dat “Corio graag de vastgoedportefeuille verder wil laten groeien, en MultiDevelopment graag een vaste afnemer wil voor haar vastgoedprojecten”. Aanleiding voor de laatste om in actie te komen waren acute problemen met de financiering van de projectenportefeuille van 12 miljard euro. Een oplossing is gevonden doordat Corio voor 1,3 miljard aan vastgoed overneemt van MultiDevelopment. Deze verkoop is nu dus in de pers gepresenteerd als het begin van een langere termijn samenwerking.
Het is vraag of het verhaal achter de samenwerking duidelijk is. De belangen van beide partijen bijten elkaar niet, zoveel is wel duidelijk. Maar wat voor waarde heeft de samenwerking meer dan dat Corio voor een kennelijk schappelijk prijsje vastgoed overneemt van MultiDevelopment dat er mee in de maag zit? Is het een kwestie van verbetering van marges op vastgoed mogelijk door groter wederzijds vertrouwen en daardoor minder risico en dito minder risico-opslag? Zitten er belangen en doelstellingen in de samenwerking die beide partijen liever niet publiek maken?
Op het oog lijkt in elk geval het verhaal zoals het in de pers is verschenen te mager om de samenwerking te kwalificeren als “langere termijn strategisch”. Op basis van de feiten in het artikel in FD zou ik de relatie kwalificeren als een nette winkelrelatie (zie het relatiespectrum elders op deze website), niets meer en niets minder.
Afgaande op de financiële belangen van beide partijen is mijn gok dat beide verantwoordelijke directeuren niet naïef of dom zijn, en dat er meer achter de samenwerking zit dan aan de oppervlakte op dit moment zichtbaar is.
Vraag aan de lezer: wat zijn de ontbrekende delen van het verhaal die het geheel wèl kloppend maken?